Je hebt een relatie.
En toch voel je je vaak alleen.
Je weet dat het niet (alleen) aan hem ligt.
Het zijn oude patronen die telkens weer in de liefde opspelen.
Je past je aan, slikt je behoeften in, loopt op eieren.
Je denkt na over wat je wel en niet kunt zeggen.
Bang dat hij zich terugtrekt, boos wordt of zegt dat je ‘te moeilijk’ doet.
Je geeft alles: je aandacht, je zachtheid, je liefde… maar voelt je vaak niet echt gezien.
Je verlangt naar die diepe verbinding, maar telkens kom je in dezelfde cirkel terecht.
En je weet: dit raakt iets ouds.
Je herkent het van vroeger.
Hoe je als kind al leerde zorgen voor de ander, je je moest aanpassen en jezelf wegcijferen.
Hoe je je gevoelens wegdrukte om de sfeer goed te houden.
Je lijf kent dat patroon en herhaalt het nu in je relatie.
Je verlangt naar een liefde die echt klopt.
Waarin je in verbinding blijft met jezelf én met de ander.
En je weet: als je dit niet doorbreekt, blijf je vastzitten in de dynamiek waarin jij alles geeft, maar de echte verbinding uitblijft.
Blijf je hopen dat hij verandert… terwijl je diep vanbinnen voelt dat jij iets te doorbreken hebt.